zaterdag 24 augustus 2019

Een tikkend klokje

Ik en de tijd, wij spreiden ons.
Wij leggen ons vast in de dag.
Ik vertik het om met je te leven
–  en toch leef ik met je.
Jij vertikt de uren alsof het momenten zijn
–  en zelfs dat zijn het niet.
Het zijn flinterdunne draadjes ver-innering,
verbonden in een vlechtwerk
dat we het verleden plegen te noemen,
zonder meer.

Maar toch, met meer veerkracht gaan we verder,
kijken we naar wat zich voordoet,
hopen niet te verliezen wat tussen onze handen afbrokkelt:
een wens, een levensinzicht, een eeuwigheid
in woorden?

Gevangen in mijn hand ben jij, tijd,
een klein vogeltje gelijk
–  en zelfs dat ben je niet.
Er klopt iets niet
in je
en je vliegt wel
maar te snel
of niet snel genoeg.

Bevroren in het ogenblik
wens ik, wenst de tijd te zijn,
het vogeltje, mijn hand, onze woorden, alles –
uiteindelijk.

Geschreven tijdens de schrijf- en stilteretraite van Geertje Couwenbergh, in Dominicanenklooster Huissen 


Twee gedichten

Twee witte duiven Vlogen op Boven je huis Dat een thuis was Voor de vrede Buiten de ruis Van mijn gedachten.   (26-1-2024) ...