zaterdag 24 april 2021

Storm

Jan de Wind fluit om het huis.
Of is het Bella, of Christoph?
De voorjaarsschoonmaak in volle gang.
- Het lijkt wel herfst -
Nu ik nog. 

En toch: ik zit lekker thuis.
Al het stof dat opwaait,
maakt me echt niet bang. 

Als ik mijn hoofd uit het raam steek
landt er hoogstens een korrel woestijnzand
op mijn wang.

Zingende handen

Of ik zin heb in politiek?
Nee, zeg ik iets te fanatiek.
‘k Verklaar me niet nader.
Zie me als een gloednieuw boek
dat ritselt in je handen
Waar wacht je op? 

Of ik zin heb in gymnastiek?
Nee, zeg ik, liever muziek.
Dat maak ik wel vaker.
Zie me als een instrument
dat natrilt in je handen.
Waar wacht je op?

Of ik zin heb in romantiek?
Tja, zeg ik, da’s nogal fysiek.
Dat bewaar ik graag voor later.
Zie me als een geest uit de fles
die rust vindt in je handen.
Waar zingen je handen van?

O-lifant!

Zelfs kopjes zonder oren
zouden horen wat jij daar
zonder zoveel woorden zegt. 

Dus vent die mij wel kan bekoren:
raap al je ongehoorde woorden en zet ze naar behoren
in de porseleinkast – netjes – recht.

Iets naar links nog. Da’s al beter ja. Mooi!
En nu koest. Niet bewegen. Goed zo.
Poot!

Stille spiegel

Laatst zag ik u nog.
Ge droeg uw bleek gezicht
niet meer zo licht
doch als een lelie, zwaar beschaamd
in open water. Met blaad’ren tastend
naar houvast –  hoop voor later,
doch nergens vond ge wat ge zocht. 

Ge bracht uw hart naar ’t vlies
dat vijvergrond bedekken moest en
‘k zag uw bloemkroon
juist de spiegel breken.
Ge waart nog daar –  ik wist uw plaats,
en zou die nooit vergeten,
doch nimmer dat ik nog de stilte schond.

Twee gedichten

Twee witte duiven Vlogen op Boven je huis Dat een thuis was Voor de vrede Buiten de ruis Van mijn gedachten.   (26-1-2024) ...