Soms ben ik een steen die in het water ligt
en al haar aandacht strak naar boven richt
Soms ben ik het blaadje van een boom
dat zich gewillig mee laat voeren op de stroom
Soms ben ik een bloem – Gods eigen schildering –
aan de waterkant zich spiegelend in de rimpeling
Maar wanneer val ik samen met mijn eigen ik
die onbegrensd door tijd en ruimte deze woorden tikt?
Soms ben ik een steen die niet durft op te kijken
en vruchteloos rust in het slijk van de vijver
Soms ben ik een blaadje, zo fijn en teer
dat zich laat afremmen in haar val, keer op keer
Soms ben ik een bloem die in het water kijkt
als was zij de koningin zelf – en daarmee praalt en prijkt
Maar wanneer val ik samen met mijn eigen ik
die steeds begrensd door ’t menszijn deze woorden tikt?
Gedicht: Daphne Jager
Schilderij: Joke Vermeer
Soms ben ik het blaadje van een boom
dat zich gewillig mee laat voeren op de stroom
Soms ben ik een bloem – Gods eigen schildering –
aan de waterkant zich spiegelend in de rimpeling
Maar wanneer val ik samen met mijn eigen ik
die onbegrensd door tijd en ruimte deze woorden tikt?
Soms ben ik een steen die niet durft op te kijken
en vruchteloos rust in het slijk van de vijver
Soms ben ik een blaadje, zo fijn en teer
dat zich laat afremmen in haar val, keer op keer
Soms ben ik een bloem die in het water kijkt
als was zij de koningin zelf – en daarmee praalt en prijkt
Maar wanneer val ik samen met mijn eigen ik
die steeds begrensd door ’t menszijn deze woorden tikt?
Gedicht: Daphne Jager
Schilderij: Joke Vermeer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten